Praktijkspiegel: kijkje in de huisartsen-keuken

Huisartsen krijgen middels praktijkspiegelbijeenkomsten veel  informatie over hun eigen praktijk. De declaratiegegevens van de zorgverzekeraar zet Vektis om in een zogeheten ‘Praktijkspiegel’. De overzichten moeten huisartsen inspireren om uitkomsten verder uit te pluizen, te zoeken naar zaken die ze kunnen verbeteren en te komen tot onderlinge dialoog.

 “Leuk gezegd, maar de eerste reflex is om te denken dat de getallen niet kloppen”, zegt huisarts Barbera van Duijn eerlijk. “Het is echt verrassend om naar je eigen cijfers te kijken. De uitkomsten in de overzichten zijn soms heel anders dan je dacht. Dan heb je de neiging om in de verdediging te schieten, terwijl dat natuurlijk niet de bedoeling is van de Praktijkspiegel. Het moet juist uitnodigen om dieper naar je eigen  handelen te kijken. Kloppen deze getallen en zo ja, hoe komt het dat ik bijvoorbeeld meer bloedonderzoek(en) laat doen dan mijn collega-huisarts met een zelfde populatie? Misschien is dat gerelateerd aan het feit dat ik minder doorverwijs naar de tweede lijn? En scoor ik inderdaad hoger bij het voorschrijven van antibiotica? Als dat echt zo is, dan wil ik dat veranderen. Kortom: als je de verbazing toelaat, werkt het beter.”

Alle punten aan bod

Het is nog niet eenvoudig om deze cijfers te durven delen met collega’s, heeft ze ervaren. “Je moet je veilig voelen. Je kijkt toch bij elkaar in de keuken. De een kan dat makkelijker dan de ander, we zijn dat in huisartsenland nog niet zo gewend.”

Daarom vond ze het goed dat de bespreking plaatsvond in groepjes  van zo’n 7 tot 8 huisartsen, die ook in FTO-verband met elkaar werken. Ze is zeer ingenomen met de inzet van Elaa. “Ze hebben de bijeenkomst heel professioneel begeleid en dat is van belang. Anders loop je het risico te verzanden in één onderwerp. Dankzij de ondersteuning van Elaa kwamen alle punten aan bod.”

Kwaliteitsslag

Adviseurs Riet Kemp (sinds 1 maart 2018 met pensioen) en Mirjam Kohinor begeleiden de bijeenkomsten over de Praktijkspiegel. “Uiteraard kun je twisten over de cijfers, zeker niet alles klopt. Maar het gaat juist om de zaken waarmee je als huisarts iets kunt doen. Dat kan leiden tot een kwaliteitsslag.” Riet Kemp benadrukt: “Het gaat niet om goed of fout. Iedere arts biedt op zijn manier de beste zorg voor zijn patiënten. De huisarts kan zelf beoordelen of  bepaalde praktijkvariatie al of niet gewenst is. Maar het is wel goed te weten op welke onderdelen je afwijkt van je collega’s. Juist in de dialoog met collega’s kom je tot bewustwording van je handelen en wordt het mogelijk om met de uitkomsten jouw kwaliteit te beïnvloeden.”

één kwaliteitsmodel

Huisartsen moeten tegenwoordig massa’s data aanleveren: de benchmarkgegevens ketenzorg, de cijfers voor FTO, voor de praktijkaccreditaties voor opleiders, enz. Is  het mogelijk om aan de hand van al die data, samen met Vektis-gegevens, te komen tot één kwaliteitsmodel? “Het AMC doet hier onderzoek naar, op verzoek van de HuisartsenKring Amsterdam”, vertelt Riet Kemp. Daarnaast heeft Elaa overleg met Vektis. “De Praktijkspiegel is nu nog vrij algemeen. We zijn in overleg met Vektis om  gegevens verder aan te scherpen en ook maatschappelijke factoren mee te wegen.”

Gespreksleider

Deelnemende huisartsen aan de Praktijkspiegel moeten drie maal per jaar bijeenkomen. Elaa heeft daarvoor een draaiboek uitgewerkt. “Zo kun je komen tot een kwaliteitscyclus” stelt Riet Kemp. Huisartsen kunnen overigens de drie jaarlijkse bijeenkomsten ook zelf plannen. Waarom dan Elaa erbij betrekken? Ze hoeft daar niet over na te denken: “Wij kunnen goed optreden als gespreksleider, juist vanuit onze neutrale positie. Daarbij focussen we op onderwerpen waar de huisarts iets mee kan. Daarnaast zijn we de verbinding naar Vektis. En we zijn goed in doorvragen om zo de betekenis achter de cijfers zichtbaar te maken!”

Lees hier meer over de praktijkspiegel

Elaa ondersteunt groepen huisartsen(hagro, FTO, zorggroep) die van deze module gebruik maken. Voor informatie en aanmelding neem contact op met Mirjam Kohinor. 


NB: dit interview is van oktober 2016

 

 

Meer weten? Bel of mail met

Gerelateerd nieuws