Aanpassing Amsterdams stelsel jeugdhulp

“Als preventie van ggz-problematiek moeten we de jeugd goed ondersteunen. Als we niet investeren in goede begeleiding van kwetsbare gezinnen en van kinderen die het nodig hebben, dan blijft het dweilen met de kraan open.”

Dat is de vaste overtuiging van Mireille van Bree, huisarts en medisch directeur GAZO. In dit artikel spreekt ze vooral vanuit haar functie als trekker van de portefeuille ‘jeugd’ van de Amsterdamse Huisartsen alliantie. 

Vanuit deze functie is ze betrokken bij de veranderingen van het stelsel van de jeugdhulp in Groot Amsterdam. De gemeente Amsterdam verwoordt de transitie als volgt: ‘Het college van burgemeester en wethouders neemt maatregelen om vanaf 2021 het stelsel van de jeugdhulp in Amsterdam sterk te vereenvoudigen. Het nieuwe stelsel heeft minder jeugdhulpaanbieders en minder administratieve lasten. Aanbieders krijgen een vast bedrag waarmee ze alle doorverwezen kinderen en jongeren helpen. Zo wil het college borgen dat alle jeugdigen in Amsterdam de hulp krijgen die ze nodig hebben. Ook moeten de veranderingen de sterke kostenstijging binnen de jeugdhulp een halt toeroepen.’

“Het aantal aanbieders voor hoogspecialistische jeugdzorg voor Groot Amsterdam gaat van 36 naar 10 kernpartners”, vermeldt Mireille van Bree. “Zij krijgen een 6-jarig contract. Dat is heel verstandig, zo kunnen ze zich veel beter concentreren op de inhoud, namelijk de kwetsbaren beschermen.” Blij: “Daar gaat mijn hart sneller van kloppen.”

 

Meedenken

Voorheen kreeg elke aanbieder een budget. “Vervolgens ging men elkaar beconcurreren”, geeft Mireille aan. “Zoals bekend leidt concurrentie tot minder samenwerking, terwijl samenwerking de enige oplossing is om te komen tot goede zorg. Daarbij is het van belang het proces goed in te richten, en het budget optimaal te benutten, want de schaarste blijft. Er komt geen geld bij.”

Mireille van Bree

Ze is blij dat de Amsterdamse Huisartsen alliantie bij de vormgeving van het nieuwe stelsel aan tafel zit. “Zo kunnen we voorkomen dat er weeffouten ontstaan waar huisartsen de komende jaren last van hebben. Alle betrokken partijen moeten zich ervoor inzetten dat de zorg voor kwetsbare gezinnen zo soepel mogelijk verloopt. Stel: je verwijst als huisarts naar de gespecialiseerde jeugdhulp en er is een wachtlijst van twaalf weken. Dan moeten er duidelijke afspraken zijn om een tussentijdse crisis te voorkomen. Zeker als de veiligheid in het geding is.”

 

Uitgangspunten

De gemeente Amsterdam heeft zes uitgangspunten geformuleerd:

  1. Kwetsbare gezinnen. Deze transitie is vooral bedoeld om kwetsbare gezinnen te ondersteunen.
  2. Normaliseren. Plak niet overal een etiket op en vang zoveel mogelijk op in de eigen omgeving.
  3. Matched care. De juiste zorg op de juiste plek met de juiste mensen rondom het gezin.
  4. Gebiedsgericht organiseren waar mogelijk.
  5. Zo thuis mogelijk. Indien een pleeggezin, dan zo dicht mogelijk bij het eigen gezin.
  6. Een lerend systeem met gezamenlijke verantwoordelijkheid. 

 

Trias

Eerlijk geeft Mireille toe: “Het is een complex proces, waarbij je niet tot in de detail alles vanuit de tekentafel kunt uitwerken. Een belangrijke uitkomst voor onze beroepsgroep is dat huisartsen vrij kunnen verwijzen naar één van de tien kernpartners voor hooggespecialiseerde jeugdzorg. Helaas zijn er wel wachttijden.”

Ze benadrukt: “Daarom is de trias zo belangrijk: warme overdracht, een vast contactpersoon en terugkoppeling.” Glimlachend: “Zet dat vooral in een kader. Als je iemand met problematiek verwijst, wekt warme overdracht vertrouwen. Met terugkoppeling weet je als verwijzer zeker dat de intake heeft plaatsgevonden en de verantwoordelijkheid is overgenomen. Je moet op de hoogte zijn van de actuele situatie, want patiënten komen tussentijds wel weer bij hun huisarts.”

Huisartsen verwijzen uiteraard ook naar Ouder- en Kindteams. “Ook hier geldt de trias”, zegt Mireille met klem: warme overdracht, vast contactpersoon en terugkoppeling.” Haar dringende advies: “Ken als huisarts je vaste ouder- en kindadviseur!” Overigens: als het Ouder- en Kindteam verwijst naar gespecialiseerde jeugdzorg, moet dat via ‘het loket’. “Daar is een enorme wachtrij, waardoor het Ouder- en Kindteam de huisarts verzoekt om te verwijzen, dat gaat sneller. Waarop de gemeente vervolgens zegt dat huisartsen wel erg veel verwijzen. Dat is onderwerp van gesprek in een van de twee overleggen met de wethouder Jeugd van Amsterdam. Het andere overleg gaat over het zogeheten b-segment. Dat betreft de enkelvoudige problemen, zoals faalangst of somberheid. Bij doorverwijzen, bijvoorbeeld naar een kindercoach, moet je als huisarts goed kijken of het gecontracteerde of ongecontracteerde zorg is.”

 

Steun

Veel aandachtspunten dus. Mireille voelt zich daarin wel gesteund. “Gelukkig krijg ik veel signalen vanuit de leden van stuurgroep. Zij staan met de voeten in de klei en weten wat er speelt. Daarnaast ben ik bijzonder blij met de inzet van Elaa, voor de praktische ondersteuning en het actief meedenken. Dat is zo nodig om elkaar scherp te houden in deze complexe problematiek.”

 

   

Trias

Warme overdracht, vast contactpersoon en terugkoppeling