Huisarts en OKT: 1 + 1 = 3

In Amsterdam is de jeugdgezondheidszorg onderdeel van de Ouder- en Kindteams. Deze bestaan uit jeugdartsen, jeugdpsychologen, jeugdverpleegkundigen en ouder- en kindadviseurs. Er zijn korte lijnen met de eerstelijnszorg. Dat komt de juiste hulp aan jongeren en gezinnen ten goede. 

Florette Nagtegaal kent beide zijden. Ze is werkzaam als huisarts én als jeugdarts. “Deze combinatie sluit nauw op elkaar aan, terwijl het tegelijk een andere manier van werken is. Van oorsprong werkt de jeugdgezondheidszorg met name preventief, de huisartsenzorg meer vraaggestuurd. Die verschillen vervagen, maar dat werkt nog wel door in de aanpak.” 

 

Aansluiting in de wijk

Het feit dat de jeugdgezondheidszorg onderdeel uitmaakt van de Ouder- en Kindteams vindt Florette een verrijking. “Dat leidt tot een brede kijk, korte lijnen en een snelle adequate inzet”, is haar ervaring. In elk van de 22 wijken in Amsterdam is een Ouder- en Kindteam. Elke school én elke huisarts heeft een contactpersoon van het Ouder- en Kindteam. Met als inzet om problemen vroegtijdig te signaleren. “Daarnaast zijn sinds 1 april de Buurtteams gekomen, met onder meer maatschappelijk werk. Dat betekent dat het Ouder- en Kindteam, maar ook huisartsen, daarbij aansluiting moeten zoeken. Zo beslaan we een groot deel van alle domeinen waarin het kind zich beweegt en opgroeit."

In de samenwerking tussen huisarts en Ouder- en Kindteam is al sterk geïnvesteerd, waarbij elke huisarts in principe een vaste contactpersoon heeft in de buurt. “Weet wie dat is”, zegt Florette nadrukkelijk. “Zelf heb ik als huisarts eens per zes weken een overleg met mijn contactpersoon. Als je elkaar kent, zijn de lijnen kort en kun je snel even sparren: ‘dit speelt in dit gezin, kunnen jullie hier iets mee?’ Dan hoef je dan als huisarts niet zelf te regelen. Dat biedt echt meerwaarde. Op deze manier is één plus één echt drie!”

 

 

In dit fimpje wordt de waarde van goede samenwerking tussen huisartsen en Ouder- en Kindteams nog eens met voorbeelden onderstreept.

 

Brede kijk

Ook voor verwijzing naar de specialistische jeugdzorg is overleg tussen huisarts en Ouder- en Kindteam zeer zinvol, is haar ervaring. “Complexe problematiek uit zich vaak in kleine problemen op school of in gezinnen. Bij kinderpsychiatrie is het meestal duidelijk dat specialistisch hulp noodzakelijk is, maar verder is het bijna nooit zo zwart-wit. Dan is een bredere kijk van belang. De huisarts weet veel van het gezin, het Ouder- en Kindteam juist meer van de situatie op school en in de buurt. Samen kun je goede afwegingen maken.” Ze vervolgt: “Daarbij, als een kind onder de specialistische jeugdzorg valt, is er vaak nog ondersteuning in het gezin nodig. Kortom: als er een vraag binnenkomt, staan we pas aan het begin van het proces, en beslist niet aan het eind waar de uitkomst duidelijk is.”

 

Wachtlijstproblematiek

Een ander probleem: de wachtlijsten. “Het duurt vaak lang voordat een kind bij de specialistische jeugdzorg terecht kan. Het Ouder- en Kindteam zorgt dan vaak noodgedwongen voor de overbrugging, terwijl dat niet moet. Dat is een heikel punt en op deze wijze worden de wachtlijsten gecamoufleerd. Daar knelt het enorm. Huisartsen en Ouder- en Kindteams pleiten er dan ook voor om de specialistische jeugdzorg te kunnen consulteren.”

Evenals Mireille van Bree (zie artikel 'Aanpassing Amsterdams stelsel jeugdhulp') is Florette ook lid van de Stuurgroep Jeugd van de Amsterdamse Huisartsen alliantie. “De stuurgroep kijkt, vanwege de transitie in de jeugdzorg in Amsterdam per 2021, op dit moment nauwlettend naar de invulling van alle segmenten. “Wie is verantwoordelijk, op welke manier werken we samen? Hoe voorkomen we dat iemand tussen wal en schip valt, zoals nu soms helaas het geval is. Zeker bij complexe problematiek worden zaken soms doorgeschoven. Dat is helaas het gevolg van de schaarste en de beperkte financiële ruimte.”

 

Terugkoppeling

Florette Nagtegaal

De Amsterdamse Huisartsen alliantie pleit daarbij ook voor een goede terugkoppeling. “Daarin komt het cultuurverschil tot uiting”, verklaart Florette. “Huisartsen zijn gewend om gegevens uit te wisselen van hun patiënten. In het sociaal domein gaat het om cliënten en is terugkoppeling niet vanzelfsprekend. Bij lichte opvoedondersteuning is dat prima, maar als het ernstiger is, is het voor de huisarts van belang om te weten wat er speelt. Zo heb ik meegemaakt dat er sprake was van een uithuisplaatsing, waar ik als huisarts niet van op de hoogte was.” Met sterk gevoel voor understatement: “Dat was een gemiste kans”. 

Ze besluit: “Huisartsen krijgen meer oog voor sociale problematiek, jeugdzorg medicaliseert meer. Dat leidt ertoe dat er steeds meer overlap komt. Van beide kanten zijn er goede intenties, we willen elk het beste voor de kinderen en de gezinnen. In deze tijd van schaarste is het essentieel elkaar te vinden, in naadloze samenwerking  met goede afspraken.”

 

Download

Gesprek met moeder K.P. over zoon 16 jaar