Inzet POH-GGZ Jeugd leidt tot passende zorg

De wachttijden in de specialistische jeugdhulp vormen een groot probleem. Voor de aanpak van dit knelpunt is in Almere gekozen voor inzet van de praktijkondersteuner GGZ Jeugd in de huisartsenpraktijk. Deze kan gericht verwijzen, maar ook bij lichte(re) ggz-problematiek van jeugdigen zelf adequate zorg verlenen in kortdurende trajecten. 

Het project ‘Optimalisatie inzet POH-GGZ Jeugd in de huisartsenpraktijk’ is een van de afspraken in de samenwerkingsagenda tussen de gemeente Almere en de Regio-organisatie Huisartsen Almere (ReHa). 

De titel klinkt veelbelovend, maar is er inderdaad sprake van optimalisatie? “Zonder meer”, bevestigt Elaa-adviseur Anne Annegarn nadrukkelijk. In opdracht van de gemeente Almere en de ReHa heeft zij een evaluatie van het project opgesteld. Daarvoor zijn 235 hulptrajecten geanalyseerd. “Daaruit blijkt dat de functie van POH-GGZ Jeugd zich bewijst en zeker toegevoegde waarde heeft. Kinderen krijgen daardoor eerder de juiste zorg, passend bij de problematiek. Dat wil zeggen: indien nodig een gerichte doorverwijzing naar specialistische jeugdhulp of specialistische GGZ jeugd. Maar ook vaak naar, wat ik noem, het ‘voorveld’, zoals opvoedondersteuning, wijkteam, school, een training, en dergelijke. En de helft van de zorgvragen handelen ze zelf af.”

 

Succesfactoren

Anne vervolgt: “Juist die specialistische kennis van de POH-GGZ-Jeugd met psychosociale, psychische en psychiatrische problematiek is van belang, evenals hun ervaring met relevante screeningsmethoden. Ze bieden maar liefst zelf zorg aan de helft van alle jeugd die bij hen komt. Deze trajecten zijn vrijwel altijd kortdurend, gemiddeld vier gesprekken. Dat leidt ertoe dat de jeugdigen sneller adequate hulp krijgen, waardoor verergering van de problematiek in veel gevallen kan worden voorkomen, zowel op korte als op langere termijn.” 

Het evaluatierapport noemt nog een aantal andere succesfactoren van de inzet van de POH-GGZ Jeugd. Waarbij de voornaamste waarschijnlijk de laagdrempelige toegang is. Want de huisartsenpraktijk is vertrouwd voor veel gezinnen, zodat men eerder de stap durft te zetten de hulpvraag voor te leggen. Daarbij heeft de POH GGZ-Jeugd veel kennis van de sociale kaart en kent de weg in het complexe zorglandschap voor de jeugd. Tevens speelt de POH-GGZ Jeugd een belangrijk rol in de overbrugging van de wachttijd als verwijzing toch nodig is. 

 

Onderbouwde verwijzingen

Naar verwachting leidt de inzet van POH-GGZ Jeugd tot minder verwijzingen naar zwaardere zorg. Echter: wegens het niet kunnen doen van een nulmeting en het ontbreken van data kan dat niet met harde cijfers worden aangetoond. Wel is duidelijk dat de verwijzingen beter onderbouwd zijn. Ter aanvulling stelt Anne: “Het nieuwe aanbod creëert mogelijk ook nieuwe vraag. Dat betekent dat voldoende formatie wel een voorwaarde is om in de eerste lijn wachtlijsten te voorkomen.”

 

Beste zorg

In het kader van de evaluatie zijn interviews gehouden met alle partijen: POH-GGZ Jeugd, ouders, kinderen en huisartsen. De POH’s geven aan tevreden te zijn over de samenwerking met huisartsen, maar willen naast de korte lijntjes ook graag regulier overleg. Uit de gesprekken blijkt dat zowel ouders als de kinderen vertrouwen hebben in de POH-GGZ Jeugd. Ze voelen zich gehoord en noemen de geboden zorg passend en aansluitend bij het tempo van de jeugdige. Ook huisartsen zijn blij met de functionaris in de praktijk. Zoals een huisarts opmerkt: “Ik stuur kinderen vol vertrouwen naar de praktijkondersteuners, ze verwijzen gerichter en vangen zelf veel op. Doordat ze laagdrempelig zijn en werken aan normalisering worden klachten niet onnodig gemedicaliseerd. Ze zijn goed in het in de kracht zetten van kinderen. Het verlicht niet alleen het werk van de huisarts enorm, maar kinderen krijgen ook echt de beste zorg!”

 

Deel dit bericht