Paramedici staan samen sterker

Fysiotherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, oefentherapeuten en diëtisten in Amsterdam slaan de handen ineen. De vijf paramedische beroepsgroepen hebben zich verenigd in het Amsterdams Paramedisch Platform (APP). Het is de bedoeling dat het APP dit jaar een juridische entiteit wordt. Als dat lukt, kan het opkomen voor de standpunten van de vijf beroepsgroepen. 

 

Diëtistengroep Amsterdam (DGA)

Inge Cantatore, diëtiste en bestuurslid DGA

"Ik ben medeoprichter van het Amsterdams Paramedisch Platform (APP). Amsterdam is met dit multidisciplinaire platform van vijf paramedische beroepsverenigingen in 2016 één van de koplopers geweest in Nederland. We zagen toen al zoveel nieuwe ontwikkelingen binnen de zorg op ons afkomen. Vaak werd paramedische zorg niet meegenomen in die ontwikkelingen. Ook nu, in het integraal zorgakkoord (IZA), worden paramedici niet genoemd; ik vind dat onbegrijpelijk."

"Binnen het programma Amsterdam Vitaal & Gezond vertegenwoordig ik de dietisten binnen de coalitie Chronisch Zieken. Dat vind ik een positieve ontwikkeling en een goede stap vooruit, maar mag, wat mij betreft, met vertegenwoordiging van meer paramedici verder worden uitgebouwd."

"Paramedici zitten versnipperd in de wijk. Er miste daarom een aanspreekpunt die namens meerdere partijen kan spreken. Op dit moment is de urgentie hoog. Zorgverzekeraars willen bijvoorbeeld niet meer met partijen apart aan tafel zitten. Ze willen één aanspreekpunt. Het is daarom belangrijk dat we netwerken oprichten die het mandaat hebben van een achterban. Dat lukt alleen als je een juridische entiteit bent. Dat geldt voor het APP, het geldt ook voor monodisciplinaire netwerken. Vandaar dat wij de Diëtistengroep Amsterdam (DGA) hebben opgericht, een Amsterdams netwerk met veertig aangesloten diëtistenpraktijken."

Cultuurverandering

"Het APP wil een juridische entiteit vormen, het is de bedoeling dat dat dit jaar gaat gebeuren. Dat kan alleen als de vijf aangesloten paramedische netwerken dat eveneens zijn. Dat is het proces waar we momenteel in zitten. Je krijgt dan een soort getrapte vertegenwoordiging. Het APP als paraplu waar de vijf paramedische beroepsgroepen als leden onder hangen. Als dat lukt, kunnen we als beroepsgroepen samen een vuist maken. Je spreekt dan niet meer alleen namens je eigen praktijk of beroepsgroep, je spreekt namens de gehele paramedische zorg in Amsterdam. Dat maakt je veel krachtiger."

"Voor paramedici betekent dit een cultuurverandering. We moeten meer leren denken in termen van samenwerking, en niet alleen denken vanuit onze eigen praktijk. Vorige week meldde ik een cliënte met diabetes aan bij het Buurtteam, omdat ze me vertelde dat haar huis een chaos was en grote financiële problemen had. Het gaat dan niet alleen om advisering over gezonde voeding, maar om bredere ondersteuning. Dat lukt alleen als je het samen doet. Samenwerken, breder kijken dan je eigen praktijk of beroepsgroep, dat is wat er van ons gevraagd wordt. Het APP speelt hierin een belangrijke rol."

 

Jennifer KoenenNetwerk Amsterdamse Logopedisten (NAL)

Jennifer Koenen, logopedist en voorzitter NAL 

Sindskort is de NAL, dat sinds 2021 bestaat, officieel een juridische entiteit. Dat liet de notaris ons onlangs weten. Dat betekent dat we een coöperatieve vereniging zijn met statuten en een huishoudelijk reglement. Amsterdam telt naar schatting zo’n tachtig eerstelijns logopedisten, de helft daarvan is lid van de NAL. Uiteraard doen we ons best om ervoor te zorgen dat ook de andere veertig lid gaan worden. Samen sta je sterker."  

"Er is veel onvrede onder de eerstelijns logopedisten. Dat gaat vooral over de enorm hoge werkdruk, het vele onbetaalde werk en de belachelijk lage tarieven. We zijn daarbij afhankelijk van wat de zorgverzekeraars ons betalen. Daar valt niet over te onderhandelen, zoals de zorgverzekeraars ons doen geloven. Het is tekenen bij het kruisje. Doe je dat niet, dan heb je geen contract. Juist daarom is het belangrijk om ons te verenigen. Alleen krijg je het niet voor elkaar, maar gezamenlijk sta je sterk. Zeker in samenwerking met de overige paramedische disciplines; zij kampen met dezelfde problemen. Daarom is het APP zo van belang."

"Het vele onbetaalde werk, dat is een structureel probleem. Elk telefoontje met een juf of meester, elk verslag dat ik schrijf over een kind doe ik in eigen tijd. Ik word regelmatig uitgenodigd door een school om mee te kijken naar een kind dat niet goed meekomt. Zo van: “We hebben jouw expertise nodig.” Dan ga ik naar de school om mee te denken, maar ik krijg er niet voor betaald. Ik heb dat jarenlang gedaan, maar ik doe dat niet meer. Scholen begrijpen dat niet, die vinden dat dat erbij hoort."

Uitstroom onder logopedisten

"Alle niet-cliënt gebonden tijd moet je in je eigen tijd doen. Dat wordt onhoudbaar. Er is daardoor veel uitstroom onder logopedisten. Ze gaan naar de tweedelijn, de ziekenhuizen, de audiologische centra, waar ze een vast CAO hebben. Dat hebben wij niet. Ondertussen schieten de huren voor praktijkruimtes omhoog en zijn de parkeertarieven onbetaalbaar. Als dat niet verandert, verdwijnt de eerstelijns logopedie in Amsterdam. Dat zou vreselijk zijn. Wie gaat dan ouders helpen om met hun kind te communiceren?"

"Nu het NAL een juridische entiteit is, kunnen we meer een vuist maken. En kunnen we ons aansluiten bij projecten en overleggen. Zoals bij het stedelijk overleg Taalontwikkelingsstoornissen (TOS). De logopedie zat daar lange tijd niet bij, omdat men ons niet kende. Terwijl wij de experts zijn. Zulke situaties gaan nu hopelijk veranderen. Ook het APP kan daarbij helpen. Het betekent dat er een overkoepelende regionale organisatie is die namens alle paramedische beroepsorganisaties spreekt. En die een serieuze gesprekspartner is voor andere partijen."

 

Marloes BrugginkNetwerk Oefentherapie Amsterdam (NOA)

Marloes Bruggink, oefentherapeut en voorzitter NOA 

"Amsterdam telt zo’n honderd oefentherapeuten, Cesar en Mensendieck. Dat zijn veelal kleine eenmanspraktijken. Velen van ons werken niet fulltime, maar bijvoorbeeld twee of drie dagen in een gezondheidscentrum. Vergeleken met de andere paramedici zijn we een kleinere groep met verhoudingsgewijs minder middelen om in te zetten. Juist daarom is het belangrijk om ons te verenigen. Samen staan we sterker en zijn we een belangrijkere gesprekspartner in de regio. De oefentherapeuten werken verspreid over de stad en werken al wel veel samen in verschillende netwerken zoals het netwerk chronische pijn of slaapoefentherapie, maar nog niet op wijkniveau. Om dat beter te organiseren en de belangen van de oefentherapeut te kunnen behartigen in het veranderende zorglandschap zijn we gestart met het oprichten van een netwerk voor oefentherapeuten: NOA (Netwerk Oefentherapie Amsterdam). Inmiddels is een deel van de oefentherapeuten die werkzaam zijn in Amsterdam aangesloten. Met het netwerk sluiten we aan bij het Amsterdams Paramedisch Platform. Op deze manier zijn we in contact met de andere paramedici in de stad en kunnen we gezamenlijk optrekken."

"Sinds twee jaar vormen we een netwerk van oefentherapeuten in Amsterdam. We werken er hard aan om net als de andere netwerken een juridische entiteit te worden, maar dat is nog niet eenvoudig. Daar hangt een prijskaartje aan. Ik hoop dat we in 2023 of 2024 zo’n entiteit zullen zijn. Dat is nodig, want pas dan kunnen we samenwerken met andere partijen. Zo doet de Universiteit van Amsterdam (UvA) onderzoek naar hoe patiënten na ziekenhuisontslag thuis beter ondersteund kunnen worden bij hun herstel. We zouden daar graag aan deelnemen, maar ik kan nu niet zeggen: 'We hebben veertig oefentherapeuten die hier graag een bijdrage aan zouden leveren.' Die tekenbevoegdheid heb ik niet, omdat we nog geen formeel netwerk zijn. We hopen dan ook dat de oefentherapeuten die nog niet zijn aangesloten bij het netwerk ons ook gaan vinden en zich zullen aansluiten. Als we een grotere groep vertegenwoordigen hebben we meer draagkracht als netwerk."

Zorgkosten besparen

"Als paramedici kunnen we doeltreffend relatief goedkope zorg leveren. Het is jammer dat daar onvoldoende gebruik van wordt gemaakt. Terwijl je daarmee veel zorgkosten kunt besparen, dat lijkt me ook voor de zorgverzekeraar een aantrekkelijk scenario. Daarom is het belangrijk dat we ons beter organiseren en dat we laten zien wat onze kracht is. Uiteindelijk gaat het om betaalbare kwaliteit van zorg voor alle Amsterdammers. Dat zijn veelal mensen die niet veel te besteden hebben én die niet altijd de zorg krijgen die ze nodig hebben. Als we dat beter organiseren, dan zorgen we ervoor dat de juiste zorg op de juiste plek komt."

"De juiste zorg op de juiste plek, het is één van de trefwoorden van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Het is opvallend dat de paramedici daarin niet worden genoemd. Terwijl het akkoord draait om passende betaalbare zorg, dicht bij huis. Dat is precies wat de paramedische beroepsgroepen doen. Het wordt tijd dat we dat laten zien. Het APP gaat ons daarbij zeker helpen."

 

Jorik BrugmanErgotherapie Netwerk Amsterdam (ENA) 

Jorik Brugman, ergotherapeut en bestuurslid ENA

"Ergotherapeuten in Amsterdam hadden al langer contact met elkaar via het stedelijk overleg Amsterdam, maar sinds vorig jaar zijn we verenigd in het Ergotherapie Netwerk Amsterdam (ENA). Dat is een juridische entiteit waarbij inmiddels vijftig eerstelijns ergotherapeuten zijn aangesloten. We zijn daarmee het eerste regionale ergotherapienetwerk in Nederland. Nu nog vooral met ergotherapeuten die met volwassenen en ouderen werken, maar we hopen dat ook kinderergotherapeuten en handtherapeuten zich zullen aansluiten. Als dat lukt, vertegenwoordigt het ENA het gehele veld van de eerstelijns ergotherapie in Amsterdam. Met de tweedelijns ergotherapeuten, in ziekenhuizen en revalidatiecentra, als onze samenwerkingspartners."

"Het is goed dat we ons als ergotherapeuten verenigen. We leren elkaar daardoor beter kennen, kunnen cliënten naar elkaar doorverwijzen, expertise uitwisselen. Daarnaast is het voor anderen, zoals een gemeente of zorgverzekeraar, duidelijk namens wie je spreekt. Je hebt een mandaat namens je achterban."

Preventief werken 

"Het is belangrijk dat we als netwerk goede contacten hebben met partners in de regio, allereerst voor onze cliënten. Wij komen bij hen thuis, zien wat er gebeurt, en kunnen bedenken hoe we hen beter kunnen helpen. Een voorbeeld: het valt ons op dat Ymere de enige woningbouwvereniging is in Amsterdam die beugels plaatst voor oudere bewoners. De andere woningbouwverenigingen doen dat niet. Wij signaleren dat en benoemen dat bij gemeente en woningbouwverenigingen. Doordat we een achterban vertegenwoordigen, is de kans groter dat men naar ons luistert. Met het APP zal dat straks nog meer het geval zijn, omdat je dan vijf paramedische beroepsorganisaties vertegenwoordigt. Samen sta je sterker."

"In het Integraal Zorgakkoord (IZA) worden de paramedici niet genoemd. Terwijl het in dat akkoord gaat over kwalitatief goede en betaalbare zorg, precies waar paramedici goed in zijn. We kunnen kostenbesparend werken, ook doordat we veelal preventief werken. Dat is beter én goedkoper dan zinloos medisch handelen. Uitgangspunt van het IZA is: zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan. Hierdoor vallen veel mensen af die wij wél helpen. Ik mis waardering voor wat wij paramedici doen. Ook daarom moeten we beter laten zien wat we kunnen. Een bundeling van krachten in het APP gaat daarbij helpen."

 

Anita BettenFysiotherapie Collectief Amsterdam (FCA)

Anita Betten, fysiotherapeut en voorzitter FCA

"Het FCA is een juridische entiteit. We zijn een coöperatie, wat inhoudt dat iedereen evenveel zeggenschap heeft. In 2019 hebben we het Fysiotherapie Collectief Amsterdam (FCA) opgericht vanuit onze strijd tegen de zorgverzekeraars voor een hoger kostendekkend tarief. Dat is nodig om praktijken in de lucht te houden. Met name jonge fysiotherapeuten stappen na enkele jaren uit het vak en dat is jammer als je je bedenkt dat de vraag naar fysiotherapie toeneemt. Als aanspreekpunt voor de fysiotherapie in Amsterdam willen we met alle partijen in Amsterdam samenwerken voor goede zorg die voor iedereen toegankelijk is."

"Het is goed dat we ons als paramedici verenigen. Samen krijg je meer voor elkaar. Je kunt dan bijvoorbeeld beroep doen op subsidies of projectgelden die de huisartsen al veel langer krijgen. Zolang ik al fysiotherapeut bent, nu bijna twintig jaar, krijgen de Amsterdamse huisartsen budget van Zilveren Kruis voor een betere organisatie van de eerste lijn, de zogenoemde Organisatie & Infrastructuur (O&I-) gelden. Dat geld wordt niet gebruikt om de paramedische zorg te versterken, terwijl wij een onmisbare schakel zijn in de eerstelijnszorg. Als we één vuist weten te maken, kunnen we dat hopelijk veranderen."

Gezondere leefstijl

"Als je je als beroepsorganisatie verenigt, kun je jouw waarde beter bewijzen. Bijvoorbeeld doordat je kunt deelnemen aan projecten waarbij je mensen thuis begeleid bij een gezondere leefstijl. Je voorkomt daarmee dat ze in het medische circuit terechtkomen. De toegevoegde waarde van het APP is dat we dit samen gaan doen. Door het bundelen van de specifieke inbreng van de vijf  paramedische beroepsgroepen kunnen we nog betere zorg bieden aan de Amsterdammer. Met elkaar willen we ook de problemen aanpakken zoals lage tarieven, hoge huren, veel werken in eigen tijd. Onze inzet is goede paramedische zorg, betaalbaar en toegankelijk te houden ook in de toekomst. We hopen dat er nog veel fysiotherapeuten aan sluiten, zo kunnen we breed ervaringen met elkaar delen en laten zien waar we tegenaan lopen. Dat is goed voor ons, en het is vooral goed voor de Amsterdammers. Zij hebben recht op goede en betaalbare zorg, dicht bij huis. Precies dat is onze  kracht."