Unieke samenwerking huisartsen en regio bij inkoopbeleid Zilveren Kruis

Het inkoopbeleid huisartsenzorg 2021 van Zilveren Kruis is tot stand gekomen in volledige co-creatie met vertegenwoordigers van LHV en InEen. Is dit samenspel de weg naar de huisartsenzorg van de toekomst? De voordelen lijken evident, zeker voor de patiënt, maar het is nog onzeker of de nieuwe aanpak blijvend is.

Een goede balans tussen enerzijds de autonomie van de huisarts en anderzijds de inzet van en samenwerking met regio-organisaties. Dat is de kern van het inkoopbeleid 2021 van Zilveren Kruis. Centraal staan vier doelstellingen: meer zorg op afstand, andere organisatie huisartsenzorg, meer persoonsgerichte zorg en efficiënte praktijkvoering. Een huisarts kiest bij voorkeur één doelstelling en krijgt hierbij ondersteuning van de regio-organisatie, die de activiteiten en meetpunten vastlegt in een regioplan.

 

Evenwichtige partners

Huisarts Stella Zonneveld is directeur van de Regionale Organisatie Huisartsen Amsterdam (ROHA) en als InEen-lid betrokken bij landelijke contractgesprekken met Zilveren Kruis. Ze is blij met de werkwijze voor 2021, en met het proces daarnaartoe. “Voor het eerst hebben LHV, InEen en de zorgverzekeraar als evenwichtige partners samengewerkt. Gezamenlijk is bekeken hoe je de financiële groeiruimte uit het hoofdlijnenakkoord zo kunt benutten dat huisartsen voldoende toegerust zijn voor de uitdagingen die op hen afkomen.”

 

“Co-creatie levert veel op voor betere patiëntenzorg”

 

De uitdagingen die in het inkoopbeleid benoemd worden, zijn de krappe arbeidsmarkt, substitutie uit de tweede lijn en de groei van chronisch zieken, GGZ-patiënten en kwetsbare ouderen. Zonneveld doet nog een aanvulling: de noodzaak tot meer samenwerking met het sociaal domein. “Want de huisarts krijgt vaker te maken met patiënten die op dat gebied ondersteuning nodig hebben.”

 

Regionale samenwerking cruciaal

Zoveel mogelijk patiënten goed bedienen en tegelijkertijd de zorgkosten beheersbaar houden. Regionale samenwerking is dan cruciaal, stelt Zonneveld. “Er verandert veel en ontwikkelingen gaan snel. Een individuele huisartsenpraktijk lukt het vaak niet om alle plannen die er zijn, daadwerkelijk uit te voeren. Goede ondersteuning door de regio-organisatie maakt het behapbaar. Bij het committeren aan een doelstelling gaat een deel van het geld naar de huisarts en een deel naar de regio-organisatie. Dat is nieuw.”

Een voorbeeld uit haar eigen praktijk illustreert de potentie van deze aanpak. “In onze wijkgroep met verschillende huisartsen willen we inzetten op digitale verbinding met de wijkverpleegkundigen en patiënt/mantelzorg. Als individuele huisarts kost dat veel tijd en gedoe. De moed zakt je al snel in de schoenen. Nu neemt de zorggroep een deel van de organisatie uit handen. We kunnen doorpakken en dat zorgt voor enthousiasme.”

Ook de zorggroep profiteert hiervan, is haar ervaring. “Die kan direct acteren op vraag van de professionals. Dat geeft energie, want je weet dat de ondersteuning daadwerkelijk gebruikt wordt.”

Uiteindelijk gaat het natuurlijk om betere zorg. “In ons geval versterkt de digitalisering de service aan de patiënt, zoals diversiteit in contactmogelijkheden en -momenten. Deze persoonsgerichte aanpak past bij wat mensen willen: eigen regie, maar ook meer aandacht en gehoord worden. Digitalisering creëert extra tijd voor fysiek patiëntencontact. Daardoor kom je er sneller achter wat iemands werkelijke probleem is.”

 

Hoe verder?

Voor de uitvoering van het inkoopbeleid voor 2021 ontvangen huisartsen rechtstreeks een bekostiging via S3 (belonen van uitkomsten van zorg en zorgvernieuwing op lokaal niveau). Deze werkwijze is tijdelijk. Momenteel overleggen LHV, InEen en Zilveren Kruis over een structurele financieringsstructuur binnen de bekostiging S1 (basisvoorziening huisartsenzorg) en S2 (multidisciplinaire eerstelijnszorg, inclusief O&I). De uitkomst voor het inkoopbeleid 2022 is nog onzeker.

Bron: InEen