Integraal Zorgakkoord: Samenwerken in de regio voor passende zorg

Om passende zorg te kunnen bieden, moeten we samenwerken in de regio. Dit bevestigt het Integraal Zorgakkoord (IZA). Het akkoord biedt kansen om hier zelf invulling aan te geven op een manier die past bij Amsterdam en Almere én bij de behoeftes van de inwoners. 


Met name op de volgende vier thema’s uit het Integraal Zorgakkoord hebben we als Elaa vanuit verschillende rollen kennis en ervaring. Bij onze inzet blijft er uiteraard aandacht voor de kwetsbare groepen binnen onze thema’s: Jeugd en gezin; Mentaal Vitaal; Ouderen. En voor alle kwetsbare groepen willen we dat zij ‘Positief gezond en wel in de wijk’ leven, ons vierde thema.

Regionale samenwerking

Eén van de basisprincipes van passende zorg is de Juiste Zorg op de Juiste Plek. Daarbij gaat het om het voorkomen van zorg, het verplaatsen van zorg (dichterbij mensen thuis waar dat kan, verder weg als dat moet) en het vervangen van zorg door andere (effectievere en/of efficiëntere) vormen, zoals digitale en hybride zorg. Doel van de beweging is integrale gezondheidszorg te bereiken waarin de inwoner en patiënt centraal gesteld is.

Voor het organiseren van de Juiste Zorg op de Juiste Plek voor mensen in Nederland is regionale en lokale samenwerking nodig. Niet alleen binnen het zorgdomein, maar ook tussen het gemeentelijk domein en het zorgdomein is samenwerking van belang om de gezondheid en welzijn van mensen te bevorderen en (zwaardere) zorg te voorkomen. Samenwerken is noodzakelijk, maar complex; het vraagt van zorgpartijen en de overheid om verder te kijken dan hun individuele belangen, te staan voor moeilijke keuzes in het afbakenen en toekomstbestendig organiseren van zorg. Regionale samenwerking is niet de panacee voor alle opgaven in de zorg; het vraagt ook het patiëntbelang uitdrukkelijk mee te nemen; het kan bijdragen, met hele stevige dwarsverbanden naar andere elementen als passende zorg, digitalisering en arbeidsmarkt. IZA-partijen maken de onderstaande afspraken over regionale samenwerking.

- Integraal Zorg Akkoord / Werkagenda pagina 43 -

Elaa zet in op samenwerking, integraal over alle scheidslijnen heen, zodat we elkaars kennis en expertises benutten en elkaar versterken in het belang van en voor de inwoner. 

Versterking organisatie eerstelijnszorg

Opgave voor de eerstelijnszorg
De toegankelijkheid van de zorg staat onder druk. Dat plaatst ook de eerstelijnszorg voor urgente vraagstukken. Borging van houdbaarheid van het stelsel begint bij het toekomstbestendig maken, organiseerbaar houden van de eerste lijn; met behoud van de laagdrempelige en snelle toegang en de hoge kwaliteit van eerstelijnszorg die we in Nederland gewend zijn. Als gevolg van de vergrijzing, de beweging naar passende zorg en omdat mensen langer thuis blijven wonen, zullen steeds meer mensen voor complexere zorgvragen een beroep doen op eerstelijnszorg: de zorg van huisartsen, apothekers, paramedici, wijkverpleging, specialisten ouderengeneeskunde, artsen voor verstandelijk gehandicapten, eerstelijnsverblijf en geriatrische revalidatie17.

Goede zorg aan (kwetsbare) mensen vraagt er om dat er voldoende zorgverleners zijn, die voldoende tijd hebben voor hun patiënten, die elkaar in de wijk kennen, weten wat ze aan elkaar hebben en elkaar helpen. Huisartsen en andere eerstelijns zorgverleners die in elke wijk aanwezig zijn, zijn dan samen in staat om hun populatie te kennen en een groot deel van de veelvoorkomende zorgvragen op te lossen. Wanneer het nodig is, moet gemakkelijk en laagdrempelig de aanvullende expertise van een specialist ouderengeneeskunde, van een arts VG, uit de ggz of uit medisch specialistische zorg kunnen worden ingeschakeld. Wanneer een kwetsbare oudere tijdelijk niet thuis kan zijn moet snel en eenvoudig een bed te vinden zijn voor een tijdelijke opname voor herstel of revalidatie.

De eerstelijnszorg heeft ook een rol bij het dichten van de gezondheidskloof, met name in het herkennen en signaleren van factoren die kunnen leiden tot zowel onder- als overbehandeling: kwetsbaarheid door leefomstandigheden, armoede, taalproblemen, een verminderd vermogen tot het voeren van regie en/of mindere gezondheidsvaardigheden. Voor patiënten die kwetsbaar zijn door hun sociaal-economische omstandigheden is samenwerking tussen het medisch domein en het sociaal en publiek domein essentieel om tot echte oplossingen voor zorgen en vragen te komen.

De opgave om meer zorg te kunnen blijven verlenen aan een hoger aantal kwetsbare patiënten betekent, gegeven de grenzen aan de groei van menskracht, ook een opgave om gezondheidsproblemen te voorkomen en om (eenvoudige) zorgvragen slimmer te beantwoorden. Dit vooral door in te zetten op preventie, en door het bieden van meer mogelijkheden voor patiënten om zelf antwoorden op hun vragen over gezondheid en zorg op te zoeken, met aandacht voor de rol en mogelijkheden van mantelzorgers, met duidelijkheid voor patiënten bij welke zorgverlener ze het beste kunnen aankloppen voor hun vraag en mogelijk met een passende doorverwijzing van patiënten vóórdat zij in de spreekkamer zitten.

Dit beeld van goede zorg vraagt ook om meer ruimte voor de professional en de patiënt om samen te beslissen welke zorgkeuzes optimaal bijdragen aan gezondheid en kwaliteit van leven. Professionals moeten hierbij worden ondersteund en ontzorgd en in hun dagelijkse samenwerking met collega professionals worden gefaciliteerd door onderliggende samenwerkingsafspraken op wijk-, regio- en landelijk niveau, zowel binnen de eerstelijnszorg als met andere deelsectoren en domeinen. In de ontwikkeling van ondersteuning en samenwerking, en de juiste randvoorwaarden daarvoor, moet structureel worden geïnvesteerd.

- Integraal Zorg Akkoord / Werkagenda pagina 63 -

Niet alleen huisartsen als poortwachter hebben een belangrijke functie in ons stelsel maar ook andere beroepsbeoefenaren uit de brede lijn zijn van belang om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Ook zij hebben een functie in het realiseren van passende zorg. Daarom is het van belang dat de organisatiegraad van de eerstelijnspartijen versterkt wordt en ook zij een aanspreekbare partner worden om de maatschappelijke opgaven in de regio samen op te lossen.

Samenwerking sociaal domein, huisartsenzorg en ggz

Veel mensen krijgen ergens in hun leven te maken met psychische klachten. Deze klachten kunnen ontstaan door (combinaties van) veel factoren zoals genetische aanleg, grote levensgebeurtenissen, gezinsproblematiek, het hebben van schulden, problemen met wonen en dagbesteding en – in de afgelopen jaren - de effecten van de coronacrisis. In sommige gevallen hebben mensen met psychische klachten hulp nodig. Zij doen daarvoor een beroep op ondersteuning en zorg in het sociaal domein, de huisartsenzorg en de ggz. Het aantal patiënten dat een beroep doet op voorzieningen binnen het sociaal domein, de praktijkondersteuner ggz van de huisarts en/of de basis- of specialistische ggz stijgt – met uitzondering van ‘coronajaar’ 2020 – al jaren.19,20

De toenemende vraag in combinatie met een schaarste aan personeel zet de ondersteuning en zorg aan mensen met psychische klachten vanuit het sociaal domein, huisarts en ggz onder hoge druk. De instroom, doorstroom en uitstroom in de specialistische ggz loopt niet soepel. Een van de effecten hiervan is dat er lange wachttijden bestaan voor de specialistische ggz, waardoor huisartsen lang verantwoordelijk zijn voor mensen met een complexe ggz-hulpvraag. Professionals in het sociaal domein ervaren een toename van mensen met complexe problematiek die niet of niet tijdig in behandeling kunnen komen. Dit is niet bevorderlijk voor de hulpvrager, noch voor de kwaliteit van zorg en het werkplezier en de werkdruk van professionals. Tegelijkertijd zien we dat de ggz zich nog te vaak direct richt op behandeling van psychische klachten, die voortkomen uit problemen op andere levensgebieden die (deels) ook buiten de ggz opgepakt kunnen worden. Ook is het in de praktijk vaak moeilijk om – bijvoorbeeld bij de triage – snel de juiste expertise te organiseren. Kortom: er is nog lang niet in alle gevallen sprake van de juiste zorg of ondersteuning op de juiste plek. Een van de oorzaken hiervan is dat de samenwerking in de driehoek sociaal domein – huisarts/POH-ggz – ggz nog niet altijd en overal optimaal verloopt. Op sommige plekken in het land zien we reeds wat een goede samenwerking binnen deze driehoek kan opleveren. We zien echter ook dat deze samenwerking veel vraagt van partijen en dat het systeem niet altijd stimulerend werkt.

De gezamenlijke opgave is dus om de ondersteuning en zorg voor mensen met psychische klachten anders en beter te organiseren (dichtbij, digitaal waar het kan, via zelfhulpmodules tenzij, zo vroeg mogelijk en in samenhang) zodat we ook in de toekomst kwalitatief goede ondersteuning en zorg kunnen blijven verlenen. Dit vraagt een betere domeinoverstijgende samenwerking tussen het sociaal domein, huisartsenzorg en de ggz, en in verbinding met wijkverpleging, ziekenhuizen en UMC’s, waardoor mensen eerder passende ondersteuning en zorg kunnen ontvangen. Hierbij moet ook oog zijn voor een stevige ‘sociale basis’: niet altijd is professionele ondersteuning of zorg immers het meest passende antwoord op een hulpvraag. Bij deze opgave spelen gemeenten - gezien hun brede verantwoordelijkheid in het sociale- en preventieve domein – een belangrijke rol.21

- Integraal Zorg Akkoord / Werkagenda pagina 70 -

Goede, toegankelijke zorg, dichtbij de cliënt. Waar mogelijk verleend door eerstelijnsprofessionals en waar nodig door professionals uit de specialistische GGZ. De wensen en het perspectief van de cliënt staan zoveel mogelijk voorop. Hiervoor zetten wij ons in met Amsterdamse en Almeerse professionals betrokken bij de geestelijke gezondheidszorg.

Gezond leven en preventie

Er is een brede roep om een beweging naar ‘de voorkant’ waarin een gezonde samenleving centraal staat. Een gezonde samenleving waarin de eerste duizend dagen van een kind garant staan voor een kansrijke start, met een veerkrachtige jeugd, een gezonde beroepsbevolking en vitale ouderen die zo lang mogelijk zelfredzaam zijn. En waarin gezondheidsachterstanden worden teruggedrongen. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken. Armoede, schulden, problemen rondom huisvesting, eenzaamheid, werkloosheid, een beperking, een lage opleiding of de kwaliteit en de inrichting van de leefomgeving hebben allemaal invloed op hoe gezond je bent en hoe gezond je je voelt. Het bevorderen van gezondheid en preventie strekt dan ook verder dan het zorgdomein, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de gemeente. Dat vraagt om een sterk en kabinetsbreed beleid op het terrein van gezond leven en preventie en een aanpak waarin rijk, gemeenten en zorgpartijen als ook bedrijfsleven en andere partijen samenwerken.

De ondertekenende partijen, voelen zich er gezamenlijk voor verantwoordelijk om mensen met een gezondheidsklacht, psychische of sociale kwetsbaarheid, aandoening of ziekte, te helpen op een zo gezond mogelijke wijze te laten leven en daarbij gezondheidsachterstanden terug te dringen.

De overheid is aan zet voor het realiseren van een gezonde leefomgeving. Het belang van gezondheid moet op veel domeinen waar rijk en gemeenten beleid voor maken mee worden genomen (health in all policies). En inwoners geven zelf invulling aan een zo gezond mogelijk bestaan. Indien daarbij ondersteuning nodig is, is het publieke of sociale domein daarvoor de eerstaangewezen plek. Gemeenten zijn – gezien hun brede verantwoordelijkheid in het sociale en preventieve domein – goed in staat om passende en integrale ondersteuning en zorg te bieden aan of organiseren voor (kwetsbare) mensen. Het gaat dan om beleid en aanpakken op diverse onderwerpen; denk aan gezondheidsachterstanden, mentale gezondheid, aandacht voor leefstijl in een gezonde leefomgeving, de sociale basis (o.a. vrijwilligerswerk, mantelzorgondersteuning en de aanpak van eenzaamheid) en maatwerkvoorzieningen in de ondersteuning van zelfredzaamheid. Met name voor ouderen (en hun mantelzorgers) is de rol van gemeenten op het terrein van volkshuisvesting belangrijk. Dit alles in combinatie met beleidsvorming en maatregelen in het bredere sociaal domein (o.a. bestaanszekerheid en opvoedondersteuning/jeugdhulp). Daarmee kunnen gemeenten een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen of uitstellen dat mensen ziek worden, vereenzamen of mentale klachten ontwikkelen, en het beperken van de instroom in (duurdere) zorgvoorzieningen, waaronder de curatieve GGZ. Om deze beweging naar de voorkant kracht bij te zetten maken VWS en gemeenten afspraken in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) over gezondheidsdoelen en de inzet hierop.

Vanuit de Zvw-verzekerde zorg en het IZA wordt geïnvesteerd in de inzet op geïndiceerde preventie (mensen met verhoogd risico op ziekte), zorg gerelateerde preventie (patiënten), het versterken van gezondheidsvaardigheden en zelfzorg, leefstijl als (onderdeel van de) behandeling en de verbinding met de gemeentelijke domeinen via een (regionale) preventie-infrastructuur. Op basis van het regiobeeld maken gemeenten en zorgpartijen maken hierbij samenwerkingsafspraken in regioplannen waarin het zorgdomein en het sociale- en gezondheidsdomein in samenhang worden bezien teneinde mensen gezond te houden en de instroom in de zorg te beperken. Hierbij wordt voortgebouwd op de bestaande werkstructuur tussen gemeenten en zorgverzekeraars en de coalities en afspraken die door gemeenten zijn gemaakt met de lokale preventieakkoorden en sportakkoorden in de afgelopen jaren.

- Integraal Zorg Akkoord / Werkagenda pagina 80 -

Samen is niet langer genoeg. Er moet ook een omslag komen waarin niet langer de ziekte centraal staat maar preventie van zorg. De sleutel daartoe zit in de beweging van ZZ naar GG naar MM. Ofwel: van ziekte & zorg naar gezondheid & gedrag naar mens & maatschappij. Met als doel het vergroten van de gezondheid en het versterken van zelfregie in de eigen leefomgeving. Dat past in onze werkwijze vanuit het gedachtengoed van positieve gezondheid. Niet groots en meeslepend maar met een praktische aanpak, namelijk: klein beginnen in de wijk en vervolgens opschalen naar stadsdeel, stad of regio. Waarom? Omdat wij er juist in geloven dat met lokale coalities, over alle scheidslijnen heen, veel gezondheidswinst te behalen is.


fimkewiersma 440x360

 

 

 

Fimke Wiersma
bestuurder