Talkshow 'Kinderbeschermingsmaatregel rond de geboorte'

Een (voorlopige) ondertoezichtstelling (OTS) tijdens de zwangerschap of een uithuisplaatsing kort na de geboorte zijn ingrijpende beslissingen. Niet alleen voor vrouwen en hun naasten, ook op betrokken zorgverleners en professionals hebben deze situaties vaak een flinke impact. Een goede samenwerking tussen het medisch domein (verloskundige zorgverleners) en het sociale domein (jeugdbescherming, GGZ) is dan cruciaal. 

TNO ontwikkelde samen met het Amsterdam UMC een protocol en draaiboek voor de samenwerking en uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel rond de geboorte. Dit regionaal ontwikkelde protocol mag als voorbeeld gebruikt worden en aangepast worden door andere regio’s. 

 

Talkshow

Onder leiding van onze adviseur Anne Annegarn gingen verloskundigen (eerste- en tweede lijn), jeugdbescherming en sociaal domein, kinderartsen, neonatologen en huisartsen met elkaar in gesprek over hoe de samenwerking tijdens de uitvoer van een maatregel verbeterd kan worden. Deze talkshow werd georganiseerd door TNO en was online en live bij te wonen in Pakhuis de Zwijger en kun je hier terugkijken. Lees hier het Samenwerkingsprotocol Kinderbeschermingsmaatregelen rond de geboorte

 

 

Wettelijke kaders

Sinds 1 juli 2020 hebben cliënten recht op elektronische inzage in hun dossiers.?Geheimhouding van de maatregel voor de ouders (en daarmee het draaiboek) wordt alléén toegepast in hoge uitzondering. Dit wordt besloten door de Raad voor de Kinderbescherming. Geheimhouding kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer er (aantoonbaar) een concreet risico bestaat op zorgmijding of vluchtgedrag van de ouders, waardoor het (ongeboren) kind in gevaar komt. 

Vanaf het moment dat er een melding heeft plaatsgevonden, is Veilig Thuis verantwoordelijk om andere partijen aan te zetten tot handelen, is de Raad voor de Kinderbescherming verantwoordelijk voor het onderzoek en voor het meedelen van de uitslag hiervan aan de ouders en is de jeugdbescherming verantwoordelijk voor de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregel en/of de eventuele uithuisplaatsing. 

Voorbeelden: 

  • Verloskundigen en medewerkers van de afdeling verloskunde in ziekenhuizen mogen in beginsel niet worden gevraagd mee te werken aan het scheiden van moeder en kind.
  • Verloskundigen mogen niet gevraagd worden om zonder medische noodzaak een onderzoek uit te voeren bij de pasgeborene of om een cliënt zonder medische noodzaak te verwijzen naar het ziekenhuis voor de bevalling.
  • Een ziekenhuis mag weigeren dat de uithuisplaatsing daar plaatsvindt.
  • Alleen in uitzonderlijke gevallen mag een verloskundige meewerken aan een uithuisplaatsing, maar ook in deze gevallen ligt de eindverantwoordelijkheid bij de Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdbescherming en de Raad van Bestuur van het ziekenhuis (indien de uithuisplaatsing plaats vindt in het ziekenhuis). 

 

Meer weten? Bel of mail met