Verloskundigen zijn tijdens zwangerschap spil in netwerk-web

Antje Martje Bakker, directeur EVAA benadrukt de rol van verloskundigen tijdens een zwangerschap van kwetsbare vrouwen. “Verloskundigen zijn in die fase echt het spil in het netwerk-web. Zij zijn vertrouwenspersonen voor zwangeren, komen bij hen thuis, weten hoe het met hen gaat en wat ze nodig hebben. Verloskundigen komen letterlijk en figuurlijk dichtbij en daarom is de verbinding met de jeugdgezondheidszorg en het sociaal domein van enorm belang.”

EVAA (Eerstelijns Verloskundigen Amsterdam en Amstelland) is in het kader van de professionalisering van verloskundigen in 2012 opgericht. “Zo kunnen ze als aanspreekbare organisatie met een gezamenlijke visie een bijdrage leveren aan kwalitatief hoogwaardige geboortezorg”, verklaart Antje Martje Bakker. “In 2016 is er een holding opgericht met als doel om verloskundigen op bestuurlijk niveau te vertegenwoordigen, en om ondernemerschap en innovatie vorm te geven.”

 

Organisatiestructuur

En dat is gelukt. Antje Martje Bakker vertegenwoordigt het belang van de eerstelijnsgeboortezorg bij veel overlegtafels en overlegstructuren. Zo ook in Amsterdam Vitaal & Gezond, in de coalitie jeugd en gezin. Hieronder hangt het programma Gezonde en Kansrijke Start. Een vijfjarig programma, gericht op de eerste 1000 dagen van een kind.

“Dat betekent dat we voor die eerste 1000 dagen een goede organisatiestructuur moeten krijgen en die structuur duurzaam moeten borgen”, licht Antje Martje toe. “Als we werkelijk tot betere zorg willen komen voor de kwetsbare groep, dan moeten we in de praktijk iets veranderen. Om de echte knelpunten te kunnen beleggen, zoals vraagstukken over substitutie van zorg of financiering, zijn de bestuurders in de coalitie nodig”. 

Eerlijk geeft ze aan: “Daarin zijn we zoekende. Hoe groot moet de coalitie zijn, zodat ze voldoende daadkrachtig kan optreden. Bij die eerste 1000 dagen zijn zeer veel partijen betrokken, en de expertise van elke partij moet aanwezig zijn. Zo kan EVAA niet de gehele geboortezorg vertegenwoordigen, omdat ziekenhuizen en verloskundigen andere zorg aan zwangeren bieden. Tegelijk kan het ook niet een te grote club worden, omdat het dan wel erg lastig wordt om consensus te bereiken en daadkrachtig te kunnen optreden. Dat is de uitdaging die voor ons ligt”. 

 

Belang van informele veld

Antje Martje Bakker

Tegelijk is ze enthousiast over de inzet. “Alle partijen zijn gemotiveerd. Ze weten dat er overbrugging nodig is: tussen het medisch en sociaal domein, maar ook tussen het formele en informele veld. Gezien de vele cultuurverschillen in Amsterdam is het informele veld belangrijk om bepaalde groepen te bereiken.”

Als voorbeeld noemt ze centering pregnacy. “Dat betreft groepsconsulten voor zwangeren. Bedacht in Amerika en volgens die opzet in ons land ingevoerd. Maar je kunt dat niet volgens strikte regels doen, bleek al snel. Vrouwen van alllochtone afkomst in Amsterdam West verwachten iets anders dan Surinaamse dames die gaan voor een gezellige bijeenkomst. Eritrese vrouwen staan zeer argwanend tegenover autoriteiten, vertrouwen daarom een verloskundige niet en bij hen is de inzet van een vertaler eigen taal en cultuur uitermate zinvol.”

 

Elkaar kennen

Antje Martje Bakker ziet daarom als belangrijkste aandachtpunt het feit dat formele en informele domeinen in de wijken elkaar goed weten te vinden. “Je moet elkaar kennen, weten wat de expertise en mogelijkheden zijn, want je verwijst niet zomaar naar elkaar door. Goede lokale netwerken zijn cruciaal en daar wordt stevig op ingezet, met een centraal coördinerend punt in elke wijk, waar men casuïstiek kan inbrengen. Want een verloskundige kan niet bij meerdere problemen, zoals huisvesting, huiselijk geweld, problemen met de opvoeding van de andere kinderen, schulden en dergelijke, met alle partijen contact opnemen. Daar heeft ze gewoonweg de tijd niet voor. Met zo’n coördinerend punt wordt gezamenlijk naar de situatie van de vrouw gekeken, met duidelijke afspraken wie wat doet en wie optreedt als coördinerend zorgverlener. Het belang van het borgen van goede overdracht benadruk ik keer op keer.”

 

Praten én doen

Ze erkent dat het gaat om langdurige processen. “Het is goed om duidelijke structuur op te zetten. Maar je moet voorkomen dat het verzandt, er moet ook iets gebeuren. Daarin is Elaa een prettige partner, ze treedt, net als ik, graag op als aanjager: hoe breng je het concreet in de praktijk en doe dat dan ook! Anders zijn we na 1000 dagen nog steeds aan het overleggen en dat kan nooit de bedoeling zijn.”