Afscheid van huisarts en bestuurder Frans Smits

2022 02 21 frans smits

 

Frans Smits ging in 2016 als huisarts bij Gezondheidscentrum Reigersbos met pensioen. Zijn kennis en ervaring zette hij vervolgens in bij tal van bestuursfuncties bij de HKAA (Huisartsenkring Amsterdam Almere) en de AHa (Amsterdamse Huisartsen alliantie). Met name op het gebied van GGZ en ouderenzorg, waaronder het programma Beter Oud in Amsterdam.

 

Inmiddels is hij bij de AHa gestopt en neemt hij aankomend juni afscheid van het HKAA-bestuur. Gezien zijn leeftijd -71 jaar- is er begrip voor dit besluit, maar zijn inzet zal enorm worden gemist.

Onze adviseurs Mirjam Kohinor, themaleider Mentaal Vitaal, en Mathilde Dijk, themaleider Ouderen, hebben de afgelopen jaren met veel plezier met hem samengewerkt. Om hem daarvoor te bedanken en om nog een keer zijn kennis te delen, hebben we Frans Smits geïnterviewd. 
 

“Als huisarts moet je erop kunnen vertrouwen dat zodra onze expertise ophoudt, de tweede lijn of het sociaal domein het overneemt"

 

Zijn passie voor zowel ouderenzorg als GGZ is niet toevallig. “Huisartsen moeten zich vooral bezighouden met patiënten die in de maatschappij niet voorop lopen en dat geldt voor deze patiëntengroepen. Bij de GGZ is er tevens persoonlijke interesse, ik heb ooit overwogen psychiater te worden. Wat maakt het dat sommige mensen steeds weer terugkomen bij de huisarts? GGZ-problemen als angst, paniekstoornissen en weinig zelfredzaamheid spelen daarin een grote rol. Items die me als huisarts boeien.”

Dat blijkt ook uit zijn promotie in 2014, met als veelzeggende titel van zijn proefschrift: Why Do They Keep Coming Back? Persistent Frequent Attenders in Primary Care. Een promotie op oudere, dus ongebruikelijke leeftijd. Zijn motivatie? “Studie van het huisartsenvak op academisch niveau is van belang. Als huisarts in Gezondheidscentrum Reigersbos heb ik co-assistenten en huisartsen in opleiding begeleid en altijd geparticipeerd in wetenschappelijk onderzoek. Daardoor kreeg ik zin om zelf ook onderzoek te doen.”

 

GGZ-problematiek

ggzFrans heeft een stevige mening over GGZ en ouderenzorg. “Als huisarts moet je erop kunnen vertrouwen dat zodra onze expertise ophoudt, de tweede lijn of het sociaal domein het overneemt. Helaas werken de ketens bijzonder slecht. Zo lopen bij de GGZ de wachtlijsten op. De AHa heeft een nota neergelegd bij het bestuurlijk overleg Amsterdam waarin wordt benadrukt dat een meer regionale aanpak nodig is. Minder super-specialisatie, juist een bredere specialistische poot, met een psychiater die aan de voordeur snel kan bepalen wat er moet gebeuren.”

Hij vervolgt: “Het feit dat de helft van de specialistische zorg wordt geleverd door vrijgevestigde therapeuten, psychologen en psychiaters, terwijl ze geen acute diensten doen, leidt tot te weinig samenhang. Terwijl je als huisarts wil dat iemand die ernstig depressief of suïcidaal is, snel wordt gezien door de psychiater. Vooral in de overgang van de zorg moet je elkaar kunnen vertrouwen. Nu het hele systeem verstopt is, voelen huisartsen zich verantwoordelijk voor deze patiënten, terwijl het hun expertise te boven kan gaan.”

 

Ouderenzorg

ouderenzorgBij de ouderenzorg speelt hetzelfde, stelt hij vast. “Voor kwetsbare ouderen kan een huisarts veel betekenen. Er is sprake van lichamelijke problemen, levensfaseproblematiek, somberheidsklachten, zingeving, sociale componenten. Goede samenwerking met de wijkverpleging en het sociaal domein is daarbij essentieel. Echter: na de invoering van de zorgverzekeringswet in 2006 was de tijd van één vaste maatschappelijk werker en vaste wijkverpleegkundigen voorbij. Gelukkig wordt dat nu enigszins teruggedraaid en hebben ‘nog maar’ 10 VVT-leveranciers een contract met Zilveren Kruis. De AHa heeft overleg met deze organisaties om te komen tot betere samenwerking.”
  

"Het gaat niet om Excel-geneeskunde"

 

Hij vervolgt: “Mede om de haperende ketens te repareren, is gestart met het programma Beter Oud Amsterdam. De POH-Ouderen kan kwetsbare ouderen preventief in kaart brengen. Het is uniek dat in Amsterdam een opleiding voor onze POH-Ouderen is ontwikkeld. Ook monitoren we de ouderenzorg goed.” Deze uitspraak leidt tegelijk tot een verzuchting. “Zilveren Kruis wil harde uitkomsten zien. Echter: bij kwetsbare ouderen is er sprake van een dalende gezondheidslijn. Goede zorg leidt niet altijd tot minder valpartijen of minder opnames. Het gaat niet om excel-geneeskunde. Het zou voldoende moeten zijn als huisartsen het noodzakelijke zorg vinden en de wijkverpleging het als waardevol ervaart.”

Ook bij ouderenzorg zijn huisartsen afhankelijk van specialistische kennis. “Inmiddels functioneert de specialist ouderengeneeskunde steeds meer in de wijk, ze nemen deel aan multidisciplinaire overleggen en huisartsen kunnen hen consulteren. Daarnaast zijn er netwerken in de wijken, vooral gericht op dementiezorg. Denk aan de dagopvang, de casemanager dementie, het eerstelijnsverblijf en dergelijke. Wat betreft het sociaal domein zijn recent de buurtteams ingesteld. In principe krijgt elke huisarts daar een aanspreekpunt, maar er gaat nog tijd overheen voordat dit goed functioneert.”

 

Financiering

Dan is er nog het probleem van de financiering. “Beter Oud is 2,5 jaar geleden gestart en er is nog steeds geen structurele bekostiging. Na heel lang aandringen is eind december pas weer een toezegging gekomen voor 1 jaar financiering. Dat zie je steeds: wel kortdurende financiering voor ‘innovatie’, maar wordt het blijvende zorg dan haakt de zorgverzekeraar vaak af. Dat maakt het moeilijk om veranderingen tot stand te brengen.”
   

"Hou de kernwaarden van de huisartsenzorg in het oog"

 

Toekomst

Kijkend naar de toekomst noemt Frans enkele aandachtspunten. “Het is van belang om de kernwaarde van de huisartsenzorg in het oog te houden. De huisarts als generalist die continuïteit van zorg biedt, geworteld in de wijk, met korte lijnen naar andere hulpverleners. En niet te veel ondersteuners, want de huisarts moet zijn patiënten zélf zien en kennen. 

Het feit dat steeds meer jonge huisartsen werken als waarnemer, zie ik als verarming. Het is begrijpelijk, gezien de enorme administratieve druk. De zorg eenvoudiger regelen en organiseren is echt noodzakelijk om het praktijkhouderschap aantrekkelijker te maken. Declareren op basis van zorgproducten maakt de zorg niet beter, huisartsenzorg laat zich moeilijk vertalen in producten. Helaas zijn bestaande regels moeilijk om te buigen, maar het kan wel. Zoals de achterstandsregeling, inmiddels hebben méér huisartsen in sociaal moeilijke wijken meer tijd voor de patiënt.”

 

Elaa

Tot slot noemt Frans Smits de rol van Elaa. “De inzet van Elaa is echt onmisbaar bij multidisciplinaire thema’s als ouderenzorg en GGZ. De jaarplanning maken, agenda’s opstellen, verslaglegging, de grote lijnen in de gaten houden en vooral: iedereen bij de les houden, dat moet je goed organiseren. En dat doet Elaa uitstekend.”

Gerelateerd nieuws

In opdracht van het stedelijk programma Beter Oud in Amsterdam werd op 7 september 2023 het...

De wijkgerichte brede aanpak W in de Wijk (voorheen GGZ in de wijk) zorgt ervoor dat mensen met...

Eind november organiseerde Elaa samen met stichting PaTz een inspiratiebijeenkomst voor PaTz...

Door de wachtlijsten in de gespecialiseerde zorg ontstaat er een stuwmeer in de eerstelijnszorg....

Vanuit het platform wijkverpleegkundige zorg, Zorg in de Wijk en Amsterdam Vitaal & Gezond wordt...

Er is een nieuwe voorziening in Amsterdam, waar mensen met psychische klachten terecht kunnen in...

Via Welzijn op Recept kunnen huisartsen Amsterdammers met psychosociale problemen verwijzen naar...